Al sinds 1946
Historie HT Race – deel 1
De eerste HT Race was in 1946. Er was nog nauwelijks sprake van een zeilrace. De toenmalige voorzitter van de Harlinger Watersportvereniging (HWSV) en wegenbouwer Leen van Drooge nam het initiatief om met een stuk of tien leden een wedstrijdje te gaan varen wie het eerst op Terschelling was. Na de donkere oorlogsjaren snakte men naar zeilvertier en het kon het weer. De race naar Terschelling werd het jaar daarop opnieuw gevaren, toen al in verschillende klassen en de rest is geschiedenis.
Deelname
De eerste jaren groeide het deelnemersveld gestaag. Zeilen was nog geen massavermaak, dus het aantal bleef beperkt tot rond de dertig boten. De zeilsport was nog voorbehouden aan de gegoede burgerij, die zich een zeiljacht kon permitteren. Ook het statenjacht Friso was begin jaren 50 één van de vaste deelnemers met aan boord zeilliefhebber de heer Linthorst Homan, Commissaris van de Koningin in Fryslân. Het zou tot 1986 duren voordat het Statenjacht nog één keer zou deelnemen. Tegenwoordig lijkt deelname van het Statenjacht bijna uitgesloten.
In de jaren 70 werd watersport populair en groeide het deelnemersaantal spectaculair. In 1970 waren er 80 deelnemende boten en in 5 jaar tijd groeide het aantal inschrijvingen tot boven de 200. Dat plaatste het organiserende comité voor een probleem: de capaciteit van de Terschellinger haven was ontoereikend voor zoveel jachten. Er kwam in 1975 een maximum van 185 deelnemers. Het lot ging bepalen wie er mee mocht doen, bovendien was het lidmaatschap van de HWSV voorwaarde voor deelname en dat heeft de vereniging in die jaren geen windeieren gelegd. Met de groei kwamen de deelnemers inmiddels uit het hele land, hoewel het aantal zeilers uit Harlingen en nabije omgeving ook nog aanzienlijk was. In 1982 deden er nog 23 schepen uit deze omgeving mee. Vandaag de dag is dat niet meer dan een handje vol.
Toen de nieuwe jachthaven op Terschelling werd geopend groeide het aantal tot rond de 200. Bij de vijftigste editie in 1996 waren er 220 deelnemende boten. In het nieuwe millenium bleef dat nog een paar jaar zo, maar toen zette de daling in tot rond de 140 in 2010 en dat bleef zo tot de coronaperiode. Bij de laatste HT Race in 2022 waren er 116 inschrijvingen. Na dit coronadipje zal het deelnemersveld wel weer wat gaan groeien is de verwachting van de organisatoren.
Klassen
Met het groeien van het deelnemersveld ontwikkelde het wedstrijdelement zich steeds meer. In de jaren 50 en 60 startten er 5 klassen: de gemeten scherpe jachten, de gemeten rond- en platbodems, en 3 ongemeten klassen, ingedeeld op lengte en in de laatste klassen zaten de langzame schepen, waartoe ook in die jaren de skûtsjes werden gerekend. Er was ook nog een tijdje een speciale drakenklasse.
Eind jaren 70 kregen de skûtsjes een eigen klasse: klasse 0. Ze startten als eerste en trokken veel bekijks. In de wedstijdverslagen in de Leeuwarder Courant werd de onderlinge strijd tussen de skûtsjes op het wad breed uitgemeten. De heftige strijd tussen de schippers ging gepaard met veel averij en begeleidend gescheld. Het missen van boeien bij weinig wind en stromend water overkwam de schippers ook nogal eens. Het varen op zout en stromend water maakte de wedstrijd speciaal en spectaculair, maar uiteindelijk bleven de skûtsjeschippers toch liever op het zoete water. Vanaf 1995 lieten de skûtsjes het afweten, mede door het toenemende aantal skûtsjewedstrijden en de IFKS bedrijvencompetitie. Met het verdwijnen van de skûtsjes kwamen de grote lemsteraken van de VA-klasse opzetten. Dat leverde een niet minder spectaculair plaatje op.
Door de groei van het deelnemersveld, gebeurde het een enkele keer dat er boten aan de race deelnamen die eigenlijk niet geschikt waren voor varen op het wad, hoewel de meningen daar natuurlijk altijd over verdeeld blijven. Zo waren er in 1971 enkele zeilers met een open boot: twee Seahorses en een Centaur. Ze vielen meteen in de prijzen, één van de Seahorses zeilde zelfs de snelste tijd. Er kwam echter veel commentaar op de deelname van deze open boten. Dit was toch niet verantwoord, bovendien was de bemanning van dergelijke boten vaak te onervaren op het wad, vond men. Het jaar daarop stond in het wedstrijdreglement dat deelname voorbehouden was aan jachten met een kajuit.
Gemeten en ongemeten
Ook bij de gemeten scherpe jachten veranderde in de loop der jaren het een en ander in het meetsysteem en regelgeving. In de jaren 60 en 70 vielen de gemeten jachten onder de Nederlandse Kruiser Klasse (NKK). In de loop van de jaren 70 kwam daar de internationale IOR klasse bij. Dit veranderde in de jaren 90 in de IMS-klassen en nu geldt het ORC-club systeem. In de gemeten klassen varen de wedstrijdzeilers pur sang. Bekende namen van zeilers die deelnamen aan de race zijn Dirk Nauta, Rienk Alberda en Harry Amsterdam. Ook de huidige wedstrijdleider Johan Klaver heeft diverse keren de overwinning in de HT weten te behalen.
Ook de ongemeten klassen kregen een rating. De ongemeten scherpe jachten varen nu in 2 of 3 klassen, waarbij de SW-rating bepaald in welke klasse men vaart. Het SW-systeem gaat per definitie uit van niet-gemeten boten. Omdat van de meeste boottypen wel één of meer exemplaren gemeten zijn, vormen deze cijfers de basis voor het bepalen voor een SW-rating per boottype. Gaat het om een schip, waarvan maar één exemplaar gebouwd is (een zogenaamde “one-off”), dan krijgt het schip een SW-factor op maat, waarbij een vergelijking gemaakt wordt met een bekend scheepstype dat hier het meeste op lijkt. De HT-commissie hoopte met het invoeren van deze rating de snelheidsverschillen te verkleinen en de competitie te vergroten. En ook in de klasse voor ongemeten rond- en platbodems kwam een ratingsysteem. Dat was noodzakelijk omdat de samenstelling van deze vloot zo divers was geworden dat zonder ratingsysteem het wedstrijdelement verloren ging. Iedere boot kreeg een eigen "handicap", waardoor de strijd eerlijker moest worden. Een langzamere boot kan nu, als goed wordt gevaren, toch winnen.
Net zoals de drakenklasse in het verleden biedt de HT Race ook een mogelijkheid om te varen in een eenheidsklasse. Zo doet er al jaren een groep Tirions mee. Deze kleine kajuitjachten vormen een aparte klasse en varen een eigen competitie. De Tirions bewijzen keer op keer dat goede zeilers met een kleine boot ook prima uit de voeten kunnen op het wad, ook bij wat meer wind. Even leek het erop dat er ook geroeid kon worden tijdens de HT Race. In 1979 en 1980 voeren er een aantal roeisloepen mee met de HT Race naar Terschelling in wat toen nog een prestatietocht was en nog geen wedstrijd. Later ontwikkelde deze tocht zich tot de huidige Harlingen Terschelling Roeirace die jaarlijks op de vrijdag na Hemelvaartsdag met grote publieke belangstelling plaats vindt. Deze wedstrijd heet in de volksmond ook HT Race en dat zorgt soms voor verwarring.