Scherp aan de wind én gezellig
Historie HT Race – deel 2
De eerste HT Race was in 1946. In de loop der jaren er heel wat gebeurd en veranderd aan de race, maar er is ook veel hetzelfde gebleven. Jouke van Keulen, HT commissielid, had 50 jaar geleden als puber zijn eerste functie bij de HT Race: ‘Ik zat op het betonningsvaartuig van Harlingen en was tijdwaarnemer. Als er een schip over de eindstreep kwam, moest ik een duivenklok indrukken en de tijd doorgeven.’ Vandaag de dag wordt er gewerkt met de tijd van de atoomklok, die op elke telefoon en computer te vinden is en de uitslag van de wedstijd staat nog dezelfde avond op de website.
Routes
De route die de schepen zeilden was in het begin tamelijke eenvoudig: van de havenmond in Harlingen naar de havenmond op Terschelling en weer terug via dezelfde route. Via de Pollendam en de Blauwe Slenk ging het naar de Vliestroom en door het Schuitengat naar Terschelling. Het smalle vaarwater langs de Pollendam en in het Schuitengat zorgde soms voor problemen. Bij een tegenwindse koers moest hier gekruist worden en vanwege het grote aantal deelnemende zeiljachten en de beperkte ruimte werd er een aantal keren voor gekozen om de finish op de heenweg al in de Vliestroom te leggen en op de terugweg al vóór de Pollendam in de Blauwe Slenk. Ook de start op de tweede dag was in de Vliestroom als de wind tegen zat in het Schuitengat. Eind jaren 80 kwam daar nog een ander probleem bij: het Schuitengat verzandde steeds meer. In 1987 liepen in het Schuitengat enkele zeer diep stekende jachten uit de gemeten klassen aan de grond. Dat was het eerste teken dat deze route onbevaarbaar zou worden. De start en finish is eerst naar de Vliestroom verplaatst en later in 1997 toen de Slenk gebaggerd was en de veerboot ook deze route nam, verplaatst naar de Noord Meep. Tot op de dag van vandaag is dat nog steeds zo. Met de finish en start in de Noord Meep ontstond er een mogelijkheid om meerdere routes uit te zetten. Een langere route, met verschillende rakken zou meer van de zeilers vragen en de wedstrijd spannender maken. Aanvankelijk alleen voor de grotere gemeten jachten, maar vanaf 2012 ging het voor alle klassen gelden, als het weer het zou toelaten. De gemeten klassen en de snellere ongemeten klassen varen nu meestal tot in het Stortemelk alvorens de West Meep in te draaien. Er zijn nu 3 verschillende wedstrijdbanen. Alle deelnemers kunnen een veilige route varen, waarbij de snelste, zeewaardigere jachten een stukje ‘naar buiten’ kunnen.
Het weer
In al de jaren tussen 1946 en 2023 is de wedstijd maar één keer in zijn geheel afgelast vanwege het weer. Dat was in 1953, er waaide een zware storm. Veel vaker is de race gedeeltelijk afgelast of gestaakt wegens de weersomstandigheden. Soms teveel, vaker te weinig wind en een enkele keer vanwege de mist. In een tijd waarin er nog geen weerapps en gribfiles bestonden kwam het vaker voor dat je door het weer werd overvallen. Om toch goed op de hoogte zijn van de mogelijke weersveranderingen raadpleegde de wedstrijdorganisatie vroeger voor en tijdens de race regelmatig de meteo van de vliegbasis Leeuwarden.
Mist, geen wind of teveel wind
In 1979 hing er dichte mist boven de hele Waddenzee. De wedstrijd naar Terschelling ging niet door. Wegens windstilte gebeurde dat ook in 1986 en 2017. Ook werd de race terug van Terschelling naar Harlingen enkele keren afgelast wegens te harde wind in 1968 en in 1994. In 1994 kreeg de wedstrijdleiding op weg naar de start het bericht door dat er storm met 9 bft op komst was. Veel jachten waren al onderweg en toen de wedstrijd werd afgelast, vervolgden ze de reis naar Harlingen. De KNRM heeft het die middag nog druk gehad. Veel schepen kwamen in problemen.
Het is één keer voorgekomen dat er op de eerste dag door te veel wind niet gezeild kon worden. Dat was in het jaar 2000. Er is toen voor gekozen op de tweede dag op en neer naar de kardinale boei van de West Meep te racen en weer terug. Een spraakmakende race qua weer, was de race van 1972. De Telegraaf schreef: ‘Door een plotseling opkomende zware storm is gisteren de traditionele zeilrace Harlingen-Terschelling bijna op een ramp uitgelopen. Enkele tientallen jachten liepen bij aanvaringen grote schade op en sommige zeilschepen werden door de wind zelfs op het strand van Terschelling gesmeten.’ De Leeuwarder Courant bracht het nieuws wat genuanceerder en noemde het ‘een boeiend en sportief spektakel’ en sprak niet over een zware storm maar over harde wind: ‘Door de harde wind (windkracht 7) was het zo vriendelijke wad veranderd in een grimmige zee. En juist op dit wilde water voelden de echte zeilzeilers zich in hun element.’ Van de 155 deelnemende jachten bereikten maar 56 zeilend de finish in Harlingen en 40 schepen bleven op Terschelling liggen.
Ook bij weinig wind waren er opmerkelijke edities van de race. In 1981 bereikten slechts 17 schepen de finish op Terschelling. En in 1986 bereikte er maar één schip de finish op Terschelling alvorens de wedstrijd werd gestaakt. Alleen Rienk Alberda uit de snelle gemeten klasse was de tegenstroom voor. De rest van het veld dreef in de Vliestroom door de opkomende vloed terug richting Blauwe Slenk toen de wedstrijdleiding de race afblies.
Volgboten
De HT Race kende in haar geschiedenis weinig ernstige calamiteiten. Het zinken van de Rauzer II in 1975 was een dieptepunt. Het schip werd overvaren door de Midsland, een veerboot van Doeksen. Alle opvarenden zijn gelukkig gered. De hond van de schipper is toen verdronken. Het ongeluk vond plaats vlak voor de start en er stond bijna geen wind. De vraag of de veerboot te hard voer bleef lang nadreunen.
Het skûtsje ‘Woeste Oane’ kapseisde in 1990. In het zicht van de haven. De aanwakkerende wind en teveel tuig werden het schip fataal. Een verfrommelde opsteker, een gebroken mast en een kapot roer was het resultaat.
Bij zwaarder weer is er doorgaans meer averij. Gescheurde zeilen, gebroken stagen en een enkele keer een afgeknapte mast. Het is allemaal wel eens gebeurd, maar gelukkig zonder ernstige persoonlijke ongelukken. Voor de veiligheid zijn er bij de HT Race sinds jaar en dag altijd volgboten aanwezig. Bij elke klasse varen enkele motorboten mee, die in geval van nood assistentie kunnen verlenen en natuurlijk zijn de hulpdiensten, zoals de KNRM en de Politie te water, standby. Qua veiligheid zijn de eisen nu veel hoger dan in de beginjaren. Er is een veiligheidsplan, dat jaarlijks bijgesteld moet worden en daar zijn de volgbegeleidingsschepen een belangrijk onderdeel van.
Met het mes tussen de tanden
De boten in de eerste HT Races hadden een lengte van 6 tot 8 meter, die onder begeleiding van een aantal motorboten de oversteek naar Terschelling waagden. Het idee om met de HT Race de oversteek naar Terschelling voor beginnende wadzeilers mogelijk te maken leeft nog steeds sterk bij de HWSV, maar bovenal is het een serieuze zeilwedstrijd. De HT Race is en blijft een race voor zowel de ervaren wedstrijdzeiler, waarvoor het wad een aantrekkelijke arena is voor een zeilwedstrijd op stromend water, als de toerzeiler die het leuk vindt om af en toe een wedstrijd te varen: om er een betere zeiler van te worden én voor de gezelligheid. Er wordt op het scherpst van de snede gezeild, met het mes tussen de tanden, maar er is ook ontmoeting en vertier. En dat blijft zo.